Brand ‘Zaansch Veem’ aanleiding voor bouw van blusboot ‘De Weer’

De grootste brand die ooit in de Zaanstreek heeft plaatsgevonden was de ‘Veembrand’ in de Oostzijde van Zaandam die in oktober 1954 de pakhuizen ‘Nederland’ en ‘Czaar Peter’, volgepakt met cacaobonen, met de grond gelijkt maakte.

Ongeëvenaarde schadepost

De schade bedroeg destijds 11 miljoen gulden, een bedrag dat bij de assuradeuren tot paniek leidde. Als deze schadepost wordt vertaald naar 2015, is de vermenigvuldiging met een factor 11 een redelijke, zelfs bescheiden schatting. Daarmee komen we uit op een bedrag van 121 miljoen gulden, ofwel 55 miljoen euro!

Blusboot ‘Jan van der Heyde II’ uit Amsterdam bij de brand ingezet

De brand van het Zaans Veem werd op vrijdagmorgen 15 oktober 1954 om 05.05 ontdekt. De brand breidde zich razendsnel uit. Na anderhalf uur stonden de panden ‘Czaar Peter’ en ‘Nederland’ in lichterlaaie. In allerijl werden winkels en woonhuizen in de omgeving ontruimd. Omdat de brandweer van Zaandam voor een onmogelijke taak stond, werd de assistentie ingeroepen van Koog aan de Zaan, Zaandijk, Westzaan en Wormerveer. Om tien uur ‘s ochtends arriveerde ook de blusboot ‘Jan van der Heyde II’ uit Amsterdam. Met donderend geraas ging rond 08.45 uur de steenmassa aan de straatzijde tegen de vlakte. Een gedeelte van de dertig meter hoge muur viel naar binnen en zorgde voor een explosie van vuur en vlammen. Een ander stuk stortte aan de Zaankant omlaag. Angstaanjagende taferelen speelden zich af omstreeks 09.30 uur, toen een zijmuur van pakhuis ‘Nederland’ instortte en men dacht dat er brandweerlieden on het puin terecht waren gekomen. Gelukkig bleken er geen slachtoffers te zijn.

150 Brandweerlieden

De Pakhuizen ‘Czaar Peter’ (gebouwd in 1898) en ‘Nederland’ (gebouwd in 1912) waren in huur bij het Zaansch Veem. Zij dienden als opslagplaats voor spijsvetten, cacaobonen, cacaoafval, maïszetmeel, verpakkingsmateriaal, veevoer en een groot aantal deuren van Bruynzeel. In totaal hadden ruim twintig bedrijven er goederen opgeslagen. De voormalige rijstpellerij ‘Zaandam’ (gebouwd in 1888), het derde pakhuis, bevatte 3.000 ton tarwe van Wessanen. Met 150 brandweerlieden en dertig slangen werd de strijd tegen het vuur gevoerd. De toeschouwers vielen bij de helse brand, waarbij ieder kwartier één miljoen aan goederen in vlammen opging, van de ene verbazing in de andere. Op een gegeven moment kwam er een trage stroom brandende cacaoboter uit pakhuis ‘Nederland’ vloeien. Die zocht zijn weg naar de Zaan. In korte tijd stond de rivier over een groot oppervlak in brand.

Paniek op de beurs

In de assurantiehoek van de Amsterdamse Beurs heerste de dag na de brand paniek over de miljoenencatastrofe. De Zaandamse pakhuisbrand had, met een schadepost van 11 miljoen, zelfs de brand van 1949 van het Blaauwhoedenveem in Amsterdam (schade 8 miljoen) overtroffen. Veel verzekeringsmaatschappijen waren erbij betrokken. Ook Franse en Amerikaanse. Zij stonden voor de taak om de miljoenen te moeten uitkeren: 9,5 miljoen aan goederen en 1,5 miljoen aan gebouwen.

Enorme lengte aan slangen

Een paar cijfers: bij de brand werd een enorme lengte aan slag ingezet. Ruim 20 spuiten leverden slag, waaronder alle 14 van Zaandam, aangevuld met de spuit van de havendienst, de spuiten van Koog aan de Zaan, Zaandijk, Westzaan en Wormerveer, de bedrijfsbrandweer van verffabriek Pieter Schoen & Zoon en de spuit van het Zaansch Veem zelf. De brandweerlieden werden door de Gemeentelijke Vrijwillige Brandweer beloond voor hun diensten met een uurloon van één gulden per uur. Het nablussen (ook tijdens de sloop) nam 3 weken in beslag. De gestolde cacaoboter moest met bijlen uit de Zaan worden gehakt.

Bron: ‘Legendarische brand van het Zaans Veem in 1954’: Redactie Oneindig Noord-Holland (2011).

Ga naar beneden om verder te lezen.





De oorzaak van de brand

Uit ‘De Orkaan’ d.d. 23 oktober 2015 door Sander Wegereef

De brand in het Zaansch Veem is symbool geworden voor een grote vijand van de Zaanse industrie: brand! Niet alleen de houten molens waren van oudsher zeer vatbaar voor brand, ook de grote robuuste fabrieken, zoals bleek op vrijdag 15 oktober 1954. Toen brandde het pakhuizencomplex Zaansch Veem aan de Oostzijde in Zaandam volledig af. De brand werd in de vroege ochtend ontdekt door stoker Nars Bouquet van Verkade, aan de overkant van de Zaan. Zaansch Veem bestond uit de twee aan elkaar grenzende pakhuizen Czaar Peter en Nederland. Via een luchtbrug stond het complex in verbinding met het naastgelegen pakhuis Zaandam. In Zaansch Veem werden voornamelijk cacaoproducten (cacaoboter, maar ook afval van cacaoproductie) opgeslagen. Verder lagen er wat houten deuren opgeslagen en wat restanten verf.

Een vergeten brandende looplamp op de eerste verdieping van het pakhuis Czaar Peter, die op een baal cacaoschroot was blijven liggen, had ervoor gezorgd dat de boel was gaan smeulen en vlam had gevat. Binnen drie kwartier was het vuur overgeslagen naar het naastgelegen pand; cacaovetten die door de hitte vloeibaar waren geworden, stroomden onder de branddeuren door naar pakhuis Nederland. De brandweer was vlug ter plaatsen, maar het vuur greep razendsnel om zich heen. In de eerste instantie leek de poging om het vuur van binnenuit te blussen succesvol, maar toen de vlammen zich via hoger gelegen verdiepingen verder verspreidden, was er geen houden meer aan en moest de actie worden gestaakt.

Foto’s: Zaans Archief en Wikipedia Foundation Inc.